Duiken in Soedan is anders dan duiken in het vaak volle Egypte. Een duiktrip naar Soedan is zonder meer de moeite waard. Zeker nu Soedan toegankelijker wordt, biedt het duikers de mogelijkheid de grotere vissen in de Rode Zee te zien.
Een bezoek aan Cocos islands, Malpelo of de Galapagos eilanden zal “grote vis” opleveren en misschien ook wel in grotere hoeveelheden, maar dit zijn in zijn algemeenheid rotsachtige duikgebieden. Dit in tegenstelling tot Sudan, waar men de kans heeft haaien te zien die rondzwemmen in een fraai decor van koralen.
Harde en zachte koralen in alle bonte kleuren zijn onderdeel van de tot nu toe niet beschadigde en nog vrijwel niet bedoken riffen. De hoeveelheid leven onderwater is uitbundig. Schilpadden struinen het rif af op zoek naar eten; veel te druk om op te kijken naar een voorbij zwemmende duiker. Een manta zweeft over het poetsstation, terwijl adelaarsroggen aan de rand van de drop off rondzweven. Een school barracuda’s houdt zich op in de stroming. Maar Soedan is vooral bekend om zijn haaien! Grijze rifhaaien en hamerhaaien zijn op jacht naar prooi of patrouilleren over de riffen, terwijl andere haaien uitrusten op de bodem.
Als je geïnteresseerd bent in een stukje duikhistorie dan biedt Sudan je een duikplaats waar Jacques Cousteau zijn onderwater dorp vestigde. Het rif dat Cousteau selecteerde voor zijn experimenten was het kleurrijke Shaab Rumi, een rif op vier uur varen ten noorden van Port Sudan.